Afscheid van Ivan

Ivan Sitniakowsky

Mijn eerste ontmoeting met Ivan vond ergens eind jaren negentig plaats op de boekenmarkt op het Spui. Ik had net een boek aangeschaft dat ongetwijfeld iets met Suriname van doen had en werd aangesproken door Ivan.  Hij informeerde voorzichtig of ik misschien een verzamelaar van boeken was op het gebied van Surinamica. Hij vertelde me dat hij zelf ook een kleine bescheiden verzameling boeken had en dat daar ook wel iets tussen zat dat over Suriname ging. Ter plekke bood hij mij een exemplaar aan van Paul François Roos’ Surinaamsche Mengelpoëzy uit 1804 te koop aan. Ik herinner mij nog goed hoe Ivan, toen wij een week later op het Spui afspraken, mij het kostbare boek in een verfrommeld plastic tasje aanreikte. Zijn ogen bleven strak op mij gericht om mijn reactie te kunnen zien. Ik denk nog wel eens terug aan zijn blikken die het plezier verraden dat hij aan beleefde aan mijn blijdschap met de nieuwe aanwinst. Het ging hier niet slechts om een zakelijke transactie. Het was hem er om te doen zijn passie voor boeken en literatuur te delen. En als iemand ook maar een beetje een vergelijkbare passie had dan was een vriendschap met Ivan snel gesloten.

roos ivan

Toen ik later, in het heiligdom van zijn bibliotheek werd toegelaten, bleek dat zijn ‘bescheiden verzameling boeken’ een enorme collectie omvatte van prachtige dikke veelal in leer gevatte banden. Daar stonden op een rijtje verschillende edities van Stedmans Reize naar Suriname, Hartsinck en Benoit. Maar behalve boeken over Suriname stonden er ook over Japan, China, India, Rusland, boeken over kunst en over taal en talloze andere onderwerpen, zo ver als het oog reikte.

Met Ivan samen naar de boekenmarkt te gaan was een speciale belevenis. Op vrijdag was daar natuurlijk altijd de eerder genoemde boekenmarkt op het Spui. Op zaterdag was er de Noordermarkt en op zondag de Nieuwmarkt. En als er geen boekenmarkt was dan kon Ivan nog wel eens bellen en vragen: “Is er niet ergens een rommelmarkt of zo?” Soms, nee vaak, had Ivan gewoon zin om een mooi boek te kopen.

Ik was blij om in Ivan een leermeester gevonden te hebben die mij van alles over boeken kon bij brengen. Hij had een aantal stelregels waar je wat aan had. De grootste kunst was het om onderscheid te kunnen maken tussen goede boeken en gewone boeken. Van goede boeken kon je iets leren en, in tegenstelling tot veel andere boekverzamelaars, las Ivan de boeken ook echt. Als hij thuis was en even geen jacht maakte op nieuwe aanwinsten dan zat hij in zijn boeken te lezen. Zijn kennis over geschiedenis, taal en literatuur en tal van andere onderwerpen was groot.

Ivan Nieuwmarkt

Als ik hem wel eens opbelde om advies en hem vroeg of de vraagprijs van eur100,– voor een bepaald boek, waar ik mijn oog op had laten, vallen niet te duur was, antwoordde hij steevast: “Carl, een boek van eur100,– is nóóit te duur.” En als het om bijzondere boeken ging gold volgens Ivan de oude stelregel: “Beter duur dan niet te koop.”

De afgelopen dag heb ik het radio interview dat de VPRO tien jaar geleden met Ivan maakte nogmaals beluisterd. Wat mij daarbij vooral opvalt is Ivans bescheidenheid. Hij deed niets liever dan over literatuur en boeken te praten maar over zichzelf of zijn werk praten deed hij weinig. Af en toe liet hij iets los over zijn familiegeschiedenis die teruggaat naar Rusland en het huidige Oezbekistan. Ook over zijn reizen en zijn ontmoetingen met grote schrijvers kreeg je alleen wat te horen als je er zelf naar vroeg. Iwan had de laatste tijd energie gestoken in het selecteren van zijn oude artikelen en interviews uit de krant. Hij was kritisch over zijn eigen werk maar een aantal stukken zou hij toch graag op de één of andere manier opnieuw willen afdrukken in een kleine oplage of misschien via internet. Zijn werk verdient het ook om gelezen te worden.

Behalve Ivans passie voor boeken en eruditie mag ook zijn gevoel voor humor niet onvermeld blijven. Vaak als wij ergens samen naar toe gingen wilde Ivan nog wel eens opmerken dat wij broers waren. Steevast volgde dan de opmerking dat wij er toch heel verschillend uitzagen. Ivan pareerde dat dan door op te merken dat de één nou eenmaal graag pindakaas op zijn brood at en de ander liever hagelslag. Ivan at ook heel graag Indisch- of Surinaams eten. Regelmatig gingen wij eten bij restaurant Lalla Roohk in de Wijttenbachstraat waar we ons te goed deden aan roti of rijst met kip of lamsvlees.

Ivan was behalve een gepassioneerd verzamelaar, een begenadigd literair criticus, schrijver, een leermeester op het vlak van boeken, een erudiete vraagbaak, een grappenmaker vooral ook een vriend. Een vriend die wij zeer zullen missen.

Carl Haarnack